Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Noach bouwde den HEERE een altaar; en hij nam van al [26]het reine vee, en van al het rein gevogelte, en offerde [27]brandofferen op dat altaar. 26. Zie boven hfdst.7 vs.2. 27. Aldus genaamd, omdat dit offer geheel verbrand werd, en alzo met den rook opwaarts steeg en verdween; in welk opzicht het ook een klimoffer zou mogen heten. Zie ook Lev.6:9.